Honden met mensen vergelijken is OK!

Honden met mensen vergelijken is OK! - Tot op zekere hoogte...


Het is nog steeds een omstreden invalshoek, het vergelijken van honden met mensen. Met name het toekennen van menselijke eigenschappen aan honden, wat ook wel antropomorfisme wordt genoemd. Dergelijke gedachtes worden door veel mensen gezien als onprofessioneel. Is dat terecht?


Honden zijn geen mensen, dat klopt. Maar zou het niet kunnen helpen om te realiseren dat wij mensen, net als honden, behoren tot het dierenrijk en dat er bepaalde overeenkomsten kunnen bestaan tussen sociale zoogdieren? Zou het niet juist tot meer begrip kunnen leiden wanneer wij een menselijke invalshoek kiezen bij onze communicatie over honden?


Uiteindelijk is het als mens niet mogelijk om vanuit een andere diersoort (of een ander individu!) te denken. Ons vermogen om na te kunnen denken over onze eigen innerlijke belevingswereld en die van anderen (inclusief andere diersoorten), ook wel mentaliseren genoemd, is voor onze overleving een van de meest waardevolle talenten. Inschattingen kunnen maken over de belevingswereld van honden is dus waardevol, maar dergelijke inschattingen blijven wel altijd onderdeel van jouw eigen, individuele, menselijke vorm van interpreteren.


De mens heeft enorme invloed gehad op de (zeer sterk gedomesticeerde) huishond. De hond is een zoogdier die naar schatting al tienduizenden jaren in ontwikkeling is en geleidelijk is doorgeëvolueerd op het gebied van samenwerking en samenleven met mensen. (Leuk, logisch feitje: de gedomesticeerde hond verschilt inmiddels in DNA van zijn wilde voorouders, net zoals dat de mens verschilt in DNA van zijn wilde voorouders).

Experimenten suggereren dat honden instinctief gebruik maken van de mens als hulpmiddel en toegangspoort tot plezierige zaken (honden maken vaak direct oogcontact met mensen wanneer zij ergens niet bij kunnen, bijvoorbeeld, vaak ook nog met een schuin hoofd, wat bij mensen instinctief verzorgend gedrag activeert).


Tegenwoordig ontdekken wetenschappers steeds meer overeenkomsten tussen mensen en andere zoogdieren. Met name op het gebied van hersenactiviteit is er de afgelopen decennia een wereld open gegaan. Zo worden er momenteel nog steeds nieuwe onderzoeken gepubliceerd die onze omstreden "antropomorfe" gedachtes lijken te bevestigen. Honden lijken meer overeenkomsten met mensen te hebben dan eerder gedacht.


Dieren blijken overlevingsmechanismes in het brein te hebben die in de basis vergelijkbaar zijn met die van mensen

Door onderzoek te doen naar het zenuwstelsel (met nadruk op het brein) van verschillende zoogdieren ontdekten mensen tot hun verbazing dat er vele overeenkomsten bestaan tussen diverse emotionele reacties (complexe neurologische netwerken) die diep in de hersenen geactiveerd kunnen worden. Overlevingsmechanismes als bijvoorbeeld verlangen, angst en frustratie bleken binnen de hersenen van verschillende zoogdiersoorten overeenkomstige activiteit te veroorzaken. Zelfs in het daaruit voortvloeiende gedrag zijn overeenkomsten ontdekt. Neem bijvoorbeeld angst, wat bij zoogdieren gedrag kan aanwakkeren als bevriezen, vluchten/vermijden of agressieve uitbarstingen om de bedreigende prikkel op afstand te houden. Wanneer angst geactiveerd wordt in het brein zie je dezelfde reacties in het gedrag van muizen, ratten, katten, honden, apen, zebra's, leeuwen, enzovoorts en zo ook bij mensen!

Onderzoek naar zoogdieren wordt dan ook al decennia lang gebruikt om oplossingen te vinden voor menselijke problemen.


Ook binnen de gedragstherapie en psychologie worden diverse diagnoses bij zowel mensen als honden (en vele andere dieren) vastgesteld. Denk aan obsessieve compulsieve stoornissen, angststoornissen, posttraumatische stress stoornissen en zelfs depressies die bij vele diersoorten (net als bij mensen) sterk vergelijkbare symptomen veroorzaken.

Wat gedragsmedicatie betreft (bijv. antidepressiva of angstremmende middelen) geldt dat deze medicatie eerst wordt getest op dieren en aan de hand van de resultaten wordt het ook bij mensen toegepast, juist omdat die overeenkomsten er zijn. Inmiddels is het dan ook minder omstreden om honden met bepaalde gedragsstoornissen gedragsmedicatie voor te schrijven als hulpmiddel bij gedragstherapie of om het welzijn van de dieren te bevorderen (in sommige dierentuinen slikken de gevangen gehouden dieren antidepressiva...).


Hoe zit het dan met het veelbesproken 'bewustzijn'?

Ik hoor mensen wel eens spreken over gedragingen van honden die 'niet bewust' zouden zijn, maar 'een reflex', wat bij mij direct de vraag oproept: "wat versta jij onder bewustzijn en hoe maak jij onderscheid tussen een reflex en bewust gedrag? Welke definities hanteer jij hiervoor?". Er is naar mijn idee veel miscommunicatie over bewustzijn, want er bestaat nog geen goede concrete definitie voor. Zonder het ervaren van jezelf, wordt overleven een stuk lastiger. Het is dus meer dan zeer aannemelijk dat honden zichzelf bewust ervaren. Bewustzijn in die vorm is nodig voor overleving.


Is bewustzijn slechts het ervaren van jezelf, of is bewustzijn weten en begrijpen dat je iets ervaart, waarbij je jouw eigen ervaring ook nog met opgedane kennis hierover actief (en cognitief) zou kunnen beïnvloeden? Dat laatste omvat al een complexere vorm van bewustzijn. Stel dat bewustzijn een ervaring omvat die ter plekke beïnvloed en verbaal gerapporteerd (naverteld) kan worden, dan wordt het nog lastiger om dit bij andere diersoorten aantoonbaar te maken.


Wij lopen bij andere diersoorten al gauw tegen het probleem aan dat wij hen niet kunnen vragen wat zij ervaren, omdat wij hun taal niet spreken. Via mensentaal kunnen mensen verbaal rapporteren wat zij ervaren. Maar misschien biedt dit helemaal geen overtuigend bewijs voor een zogenaamd hoger bewustzijn, want verbale rapportage blijkt lang niet altijd betrouwbaar te zijn of overeen te komen met wat er lichamelijk en neurologisch, diep van binnen plaatsvindt. Echter, dit kun je ook andersom interpreteren: de interne processen bieden geen betrouwbaar bewijs voor wat een dier ervaart, want bij mensen is er ook niet altijd een vaststaand verband tussen de interne processen en dat wat de mens zegt te ervaren.


Wanneer ik schrik, dan kan ik tijdens de angstreactie via mensentaal rapporteren dat ik bang ben. Ik kan daarnaast ook een aangeleerd trucje uithalen met mijn ademhaling, waardoor ik weet dat ik zal kalmeren. Dat laatste, het bewust beïnvloeden van je eigen ervaringen, dat omvat misschien een complexere vorm van bewustzijn, waarbij cognitie (denkvermogen) ook een grote rol speelt. Ik weet niet of honden emoties ook zo bewust ervaren en op die manier zo cognitief kunnen beïnvloeden. Ze kunnen emoties in elk geval wel ervaren en uiten, maar of ze ook goed begrijpen wat er precies speelt? Echter, wat zegt dat dan over bewustzijn, want mensen kunnen dit alleen wanneer zij er eerst kennis over opgedaan hebben. Als je niet eerst hebt geleerd wat angst inhoudt, dan wordt het misschien lastig om dit bij jezelf te herkennen. Kennis en taalvaardigheid zou zo dus van invloed kunnen zijn op je ervaring en op bewustzijn en dat kunnen we lastig bij andere diersoorten onderzoeken. Dat maakt het complex.


Dat honden emoties ervaren, dat weten we inmiddels wel echt zeker. Hier is duidelijk bewijs voor. Dat emotionele reacties gedrag sterk beïnvloeden, dat weten we ook zeker. Hoe een hond dat persoonlijk ervaart en of een hond ook weet dat hij dit ervaart (complex bewustzijn met openingen voor sterk cognitieve componenten), dat is niet zeker. Ik ga er wel graag vanuit, maar wetenschappelijk gezien lopen we hier nog op de feiten vooruit...hopelijk komen die feiten in de toekomst wel boven. De ontwikkelingen gaan razendsnel, dus bewustzijn zal in de toekomst een duidelijkere definitie kunnen krijgen.


Honden met mensen vergelijken kan dus OK zijn...tot op zekere hoogte

Reacties van andere diersoorten geven ons steeds meer inzicht in menselijke reacties en vice versa. Mensen zijn zoogdieren, honden ook.


Wij mensen zullen echter nooit kunnen kijken vanuit de hond. Alles wat je als mens observeert is namelijk per definitie menselijk, subjectief en neigt dus naar antropomorfisme. Dat hoeft niet erg te zijn, want dit maakt de emoties van dieren juist toegankelijk voor mensen.


Het doet geen afbreuk aan dierenwelzijn wanneer wij spreken over termen als frustratie, vreugde, angst en paniek bij honden. Het zorgt er juist voor dat er meer begrip ontstaat voor de reacties en het gedrag dat honden ons laten zien.


Het gaat mij dus vooral om empathie en communicatie, wanneer ik antropomorfisme als een hulpmiddel omschrijf. Antropomorfisme helpt ons om onze honden beter te leren begrijpen. In dat geval is het dus heel OK om honden met mensen te vergelijken.


Antropomorfisme versus hondenwelzijn

Wanneer men menselijke eigenschappen op honden projecteert en dit gebruikt bij omschrijvingen van de belevingswereld van honden, dan kan dit het welzijn van honden ten goede komen wanneer het aanstuurt op begrip en empathie.


Het toekennen van menselijke eigenschappen aan dieren kan echter ook schadelijke vormen aannemen, waarbij het welzijn van dieren kan worden aangetast.

Mensen kunnen er niet van uit gaan dat zij de emoties van dieren altijd op de juiste manier interpreteren. Zo is in 2014 uit onderzoek gebleken dat honden zich niet schuldig bleken te gedragen, terwijl het er voor mensen wel zo uit leek te zien. Het gedrag wat mensen als 'schuldig' interpreteerden, bleek een angstreactie te zijn op de mens. Mensen die honden benaderden met een beschuldigende toon, kregen een angstreactie vanuit de hond te zien, ongeacht wat de hond daarvoor wel of niet had gedaan. Deze reactie bleek compleet los te staan van eventuele schuld. (Klik hier om meer te lezen over dit onderwerp)

Er dient dus waakzaam omgegaan te worden met observaties en interpretaties.


Er zijn mensen die compleet doorslaan met hun antropomorfe gedachtes. Denk bijvoorbeeld aan mensen die hun honden dik of ziek maken door menselijk voedsel te voeren. Of denk aan mensen die hun honden menselijke kleding aantrekken of denk aan mensen die het haar van honden op een onnatuurlijke manier scheren of knippen of, nog erger, de vacht in felle onnatuurlijke kleuren verven. Er bestaan zelfs mensen die honden uithuwelijken en dwingen tot menselijke handelingen. Het lijkt mij duidelijk dat in al deze gevallen hondenwelzijn wordt aangetast. In dergelijke gevallen keur ik antropomorfisme dan ook sterk af.


Honden met mensen vergelijken is dus geen probleem, zo lang je de hond hierbij niet in zijn welzijn aantast. Het is OK, tot op zekere hoogte. Wij mensen zullen altijd dieren blijven die zich verwonderen over de emotionele ervaringen van andere dieren (inclusief die van onszelf) en dat is OK!


Je zal mij niet horen zeggen dat de emoties die ik als mens ervaar op precies hetzelfde neerkomen als de emoties die mijn hond ervaart. Ik kan echter ook niet zeggen dat die emoties hetzelfde aanvoelen als de emoties van een ander mens. Wij zijn allemaal individuen met een eigen, unieke belevingswereld.


We kunnen nooit precies weten wat er in een ander (mens, hond of ander dier) omgaat. Dat zou ons echter niet moeten tegenhouden om empathie te tonen voor anderen.



Geschreven door Liselot Boersma, welzijnsdeskundige (PgDip CABW) en eigenaar van HondenLot, oktober 2015. Herschreven naar nieuwe inzichten in november 2024. Copy paste/directe overname van teksten of afbeeldingen is zonder schriftelijke toestemming niet toegestaan. Het delen van de URL van deze website pagina is wel toegestaan en wordt op prijs gesteld.


Een aan te raden aanvulling op dit artikel is de TED video van Laurel Braitman, schrijfster van Animal Madness. Klik hier om deze te bekijken.




Referenties:

  • Bekoff, M., Goodall, J. (2008). The Emotional Lives of Animals - A Leading Scientist Explores Animal Joy, Sorrow, and Empathy and Why They Matter
  • Berns, G. (2013). How Dogs Love Us
  • Braitman, L. (2014). Animal Madness
  • Gabbard, J. (2014). 8 Insightful Studies That Answer Whether or Not Dogs Have Feelings. Via: http://www.puppyleaks.com/studies-on-dog-emotions/
  • Panksepp, J. (1998). Affective Neuroscience
  • Post, C.P. (2012). De angst voor antropomorfisme. Biotechniek - nummer 51-3
  • de Waal, F. (2017). Are We Smart Enough To Know How Smart Animals Are
  • Stamp, Dawkins, M. (2012). Why Animals Matter



Meer artikelen van HondenLot: