Website inhoud © HondenLot | KVKnr: 69598886 | Westbeemster | mail: info@HondenLot.nl |
Het zijn uitspraken die je regelmatig hoort onder hondenliefhebbers. “Ik wil een pup, want alleen een pup kan ik helemaal vormen en opvoeden zoals ik zelf wil”. Wanneer men honden ziet die ongewenst gedrag tonen, dan hoor je vaak iets in de trend van: “die hond is gewoon niet goed opgevoed, het ligt nooit aan de hond hoor, het ligt altijd aan de mensen”.
Hoewel ik heel goed begrijp waar dergelijke uitspraken vandaan komen, wil ik in dit artikel graag een weerwoord bieden. Niet elke pup is een onbeschreven blad. Niet elke hond die zorgelijk of ongewenst gedrag toont heeft dit aan mensen te danken. Een naar verleden is geen garantie voor gedragsproblematiek, net zoals dat een uitstekende omgeving geen garantie is voor ideaal sociaal acceptabel gedrag.
Genetica heeft invloed op het gedrag van honden. Denk aan het ontstaan van hondenrassen. Waar in het begin de focus van mensen vooral lag op het selecteren op gedragskenmerken (bijvoorbeeld aanleg voor jagen, hoeden of beschermen), is de focus later verschoven naar selectie op uiterlijke kenmerken.
Hoewel sommige zeer deskundige en goedbedoelende fokkers absoluut hun uiterste best doen, zullen mensen nooit 100% controle kunnen hebben over alle eigenschappen die met het selectief fokken ontstaan. Denk hierbij niet alleen aan de vele lichamelijke afwijkingen met medische aandoeningen als gevolg, maar ook aan ongewenste gedragskenmerken die plots kunnen opduiken binnen een doorgefokt ras.
In 2009 toonde onderzoek aan dat er een verhoogde vorm van agressie voorkwam bij Engelse Cocker Spaniels. Sterker nog, een verhoogd risico op agressie kwam vooral voor bij één type vachtkleur. Het stofje dat de kleur van een effen gouden vacht bepaalt, bleek ook invloed te hebben op het stofje dat invloed heeft op de aanleg voor agressie. Door het fokken met deze spaniels ontstond er plots een verhoogde kans op agressief gedrag bij het ras.
Het is maar één voorbeeld van de grote invloed die genetica kan hebben op het ontstaan van gedrag bij honden. Al voordat ze geboren zijn, kan de aanleg voor bepaald gedrag al aanwezig zijn.
Bij diverse onderzoeken naar ratten en hun pups en bij uitgebreid onderzoek naar apen en mensen kwam naar voren dat wanneer de moederdieren stress ervaren tijdens de zwangerschap, dit niet alleen invloed heeft op de ontwikkeling van de hersenen, maar ook op de hormonale huishouding van hun nakomelingen. De kans op gedragsproblematiek is hoger wanneer de moeder stress heeft ervaren tijdens de zwangerschap. Het is aannemelijk dat dit geldt voor alle zoogdieren. Denk bijvoorbeeld aan al die broodfokkers die honden onder zeer erbarmelijke omstandigheden laten dekken en bevallen. Moederhonden die hun leven lang in donkere hokken gehouden worden, zwaar gestrest, waarvan de pups op websites als Marktplaats aangeboden worden met een schattige foto en een mooi, geloofwaardig verhaal. Ook zwerfhonden die onder stressvolle omstandigheden leven in het buitenland, bijvoorbeeld, kunnen pups op de wereld brengen met een verhoogd risico op stressgevoeligheid en angstgevoeligheid. De pup kan er dan nog zo schattig en gezond uitzien en de pup kan nog zo leuk reageren bij een eerste kennismaking, het effect van een gestreste moeder kan negatieve gevolgen hebben op gedrag, wat ook pas op latere leeftijd tot uiting kan komen.
Vaak wordt beweerd dat 8 weken de meest ideale leeftijd is om pups te adopteren en van hun moeder te scheiden. De pups staan dan nog ruim 4 weken bovengemiddeld open voor het opdoen van nieuwe ervaringen, die invloed hebben op het toekomstige gedrag (sensitieve periode, socialisatie). Hoe zit het met de weken daarvoor? Ook hier wordt steeds meer onderzoek naar gedaan. Zo stelt een onderzoek dat pups die in hun eerste 20 dagen al blootgesteld worden aan diverse vormen van aanraking door mensen, emotioneel stabieler reageren op mensen dan pups die dit niet ondergaan. Ook het contact met soortgenoten is belangrijk in de eerste 8 weken. Het zijn niet alleen de broers en zusjes die elkaar diverse vormen van omgang aanleren, maar ook contact met de moederhond speelt een cruciale rol. Pups leren in de eerste weken al van elkaar en van hun moeder dat doorbijten negatieve gevolgen heeft op interactie en dat zij hun bijtkracht zelf kunnen inhouden en controleren, bijvoorbeeld. Het reguleren van emoties gebeurt ook o.a. door geruststelling van de moeder en broertjes en zusjes. Pups leren hun emoties mede te reguleren door co-regulatie en geruststelling die geboden wordt door familie-leden. Ook belangrijke communicatievaardigheden ontstaan in deze eerste fase. Het zijn de pups en de moeder die elkaar leren wat het effect is van bepaalde signalen en geritualiseerd gedrag. Pups die de eerste 8 weken geïsoleerd opgroeien, hebben een hoge kans op angststoornissen en neofobie (overmatige angst voor nieuwe prikkels). Er bestaat ook onderzoek die stelt dat het blootstellen van jonge pups (3 tot 5 weken oud) aan videobeelden een positief effect kan hebben op de nieuwsgierigheid en op de reductie van angst voor nieuwe prikkels. Een pup van 8 weken heeft dus al een behoorlijke weg achter de rug die van grote invloed kan zijn op het toekomstige gedrag.
Mensen die stellen dat een pup altijd een onbeschreven blad is, hebben het dus bij het verkeerde eind. Niet alleen de genen spelen een rol, ook pups van gestreste moeders hebben een verhoogd risico op problematiek en in de eerste 8 weken doen pups al ervaringen op die van invloed kunnen zijn op hun toekomstige gedrag. Een goed beeld van de voorgeschiedenis van een hond en zijn/haar ouders, kan helpen bij het stellen van verwachtingen, maar ook dit biedt geen harde garanties.
Wat vooral belangrijk is om te begrijpen is dat elke hond een uniek individu is. Net zoals elk dier op deze wereld dat is. Zo zijn er honden die opgroeien in nare omstandigheden, die alsnog uitgroeien tot geweldige, sociale en stabiele honden. Er bestaan ook honden die bij de meest verantwoordelijke fokkers vandaan komen en die een perfecte voorgeschiedenis hebben, die alsnog een angststoornis blijken te hebben die veroorzaakt wordt door een verstoring in de chemische balans binnen de hersenen.
Natuurlijk hebben ervaringen en ook mensen een hele grote invloed op het gedrag van de honden waarmee zij samenleven, maar dit hoeft niet per definitie de enige oorzaak te zijn voor alles wat honden doen. Gedrag wordt gevormd door genetica, door de lichamelijke gesteldheid, door de omgeving en door ervaringen. Kortom, door meer dan alleen training, opvoeding of de invloed van mensen.
Geschreven door Liselot Boersma, welzijnsdeskundige (PgDip CABW) en eigenaar van HondenLot, januari 2016. Copy paste/directe overname van teksten of afbeeldingen is zonder schriftelijke toestemming niet toegestaan. Het delen van de URL van deze website pagina is wel toegestaan en wordt op prijs gesteld.
Meer lezen over onzichtbare invloeden op gedrag? Klik hier.