Socialiseren of traumatiseren?

Socialiseren of traumatiseren?

In 2016 verscheen er een onderzoek die suggereerde dat er een verband zou kunnen bestaan tussen ‘socialiseren’ problemen (overmatige angst en soms ook agressie) op latere leeftijd. Pups waarvan de eigenaren zeer bewust bezig waren geweest met het ‘socialiseren’ van hun hond, hadden later vaker last van angst- en agressie-gerelateerde problemen dan pups waarvan de eigenaren hier totaal niet mee bezig waren geweest. Deze resultaten staan haaks op de adviezen rondom het belang van socialiseren. Hoe kan dat? De verklaring zit hem zeer waarschijnlijk in het gebrek aan kennis en educatie over wat socialiseren precies inhoudt. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, omvat socialiseren meer dan blootstelling aan allerlei zaken op jonge leeftijd.


“Gewoon ZO VEEL MOGELIJK” - ….toch?

Ik hoor en lees het veel. “Als je de pup niet aan zo veel mogelijk dingen blootstelt tijdens de socialisatieperiode*, dan is de kans op angst en agressie op latere leeftijd groter”. “Zorg dat je zo veel mogelijk verschillende honden ontmoet, verschillende typen mensen; neem je pup mee naar drukke plekken; pak ook eens het openbaar vervoer, enzovoorts”.


Hoewel de bedoeling goed is, schuilt er een valkuil achter. De nadruk van het advies lijkt vaak te liggen op de hoeveelheid verschillende prikkels waaraan een pup zou moeten worden blootgesteld, terwijl de nadruk zou moeten liggen op de manier waarop pups worden blootgesteld. Begrijp mij niet verkeerd, het is goed om een pup met diverse prikkels en situaties te socialiseren, maar het is nòg belangrijker dat dit op de juiste manier gebeurt, want wanneer er geen rekening wordt gehouden met de belevingswereld van de pup zelf, dan kan het goedbedoelde socialiseren dramatische gevolgen hebben voor het toekomstige gedrag van de pup.


Blootstellen is niet hetzelfde als socialiseren

Socialiseren staat voor de ontwikkeling van sociaal acceptabel gedrag ten opzichte van de omgeving. Socialiseren staat niet voor sociale interactie aan moeten gaan met alles in de omgeving. Voor de mensen waarmee honden samenleven, doelt de term sociaal gedrag op sociaal wenselijk gedrag. Het liefst zien wij onze honden vriendelijk, ontspannen, aanhankelijk, tolerant, etcetera. Dit gedrag ontstaat niet zomaar vanzelf bij elke vorm van blootstellen. Sociaal wenselijk gedrag is iets wat zich alleen kan ontwikkelen wanneer er in de belevenis van de pup neutrale of prettige ervaringen plaatsvinden tijdens blootstelling aan de betreffende prikkel(s). Hierbij is het overigens zeker niet noodzakelijk dat de pup ook daadwerkelijk interactie heeft met alles en iedereen om zich heen. Integendeel. Een pup die in alle rust en ruimte naar prikkels kan kijken en ervaringen kan opdoen, zonder er direct op af te stormen én zonder zelf direct bestormd te worden, zal eerder rustig gedrag kunnen ontwikkelen ten opzichte van de buitenwereld.


Socialiseren, traumatiseren

Wanneer een ervaring met een bepaalde prikkel in de belevenis van de pup onprettig is of misschien zelfs als bedreigend wordt ervaren, dan kan socialiseren onbedoeld omslaan in traumatiseren. Dit kan gebeuren wanneer een pup niet in staat is om de onprettige prikkel zelfstandig uit de weg te gaan en wanneer een pup niet voldoende de mogelijkheid krijgt om van een negatieve ervaring te herstellen. Negatieve, zeer stressvolle ervaringen en ervaringen die angst en ongemak opwekken, trekken een diep spoor in het toekomstige gedrag van honden. Na zo'n ervaring kan een hond angst ontwikkelen voor dergelijke prikkels of zelfs agressief reageren. Denk aan een jonge hond die woest blaffend reageert op een tegemoetkomende groep honden, omdat de eerste ervaring met een groep volwassen honden angstaanjagend is geweest. Vaak staan er op zulke momenten ook nog onwetende mensen omheen die iets onverstandigs roepen in de trend van “niet mee bemoeien hoor, ze zoeken het zelf wel uit; die pup moet leren wat zijn plek is”. Of denk aan honden die compleet in paniek raken bij het horen van een knal, omdat de mensen dachten dat het een goed idee zou zijn om deel te nemen aan een niet goed afgestemde vorm van vuurwerktraining waarbij honden worden blootgesteld aan keiharde knallen, zonder plezierige begeleiding of rustige opbouw afgestemd op het individu.


Het blootstellen aan prikkels kan dus ook dramatische en traumatische gevolgen hebben voor een hond waarbij er gedrag kan ontwikkelen die voor mensen ongewenst is en zorgelijk kan zijn.

Het is daarom van groot belang dat een pup tijdens de socialisatieperiode positieve (prettige, plezierige) of neutrale ervaringen (gewoon waarnemen, verder niets, geen waarde aan hechten) opdoet met de prikkels waaraan hij/zij wordt blootgesteld, om toekomstig probleemgedrag te voorkomen. De juiste vorm van begeleiding door mensen speelt hierbij een cruciale rol.


Hoe kun je het beste begeleiding bieden tijdens het socialiseren?

Om te beginnen is het goed om je vooraf te verdiepen in hondenwelzijn, zodat je rekening kan houden met de lichamelijke, gedragsmatige en emotionele behoeftes van jouw hond. Een van de belangrijkste factoren die bijdraagt aan hondenwelzijn (overigens ook mensenwelzijn) is het gevoel van controle ervaren over eigen belevenissen.


Een pup die opties heeft en hierbij ook zelf keuzes kan maken (bijvoorbeeld een pup zelf laten aangeven of deze een prikkel wel of niet wil naderen, zonder dat je als mens gaat pushen of trekken) en een pup die zelfstandig kan leren omgaan met milde uitdagingen, ondersteund door een veilige haven (mens of hond die kan ondersteunen indien gewenst), kan meer zelfvertrouwen opbouwen en beter leren om emoties te reguleren. Hoe meer zelfvertrouwen een hond heeft, hoe kleiner de kans op angst en agressie. Een zelfverzekerde hond is minder snel geneigd om agressie in te zetten dan een hond die weinig vertrouwen heeft in zijn omgeving.


Creeer een veilige, vertrouwde omgeving waarin de pup rust en ruimte heeft om zelf te leren omgaan met hele milde uitdagingen. De pup kan op ontdekking gaan waarbij er altijd volwassenen in de buurt zijn die de pup kunnen helpen om te leren om emoties te reguleren (opwinding te doen zakken of herstellen van iets spannends).


Hoe meer er gewerkt kan worden op het tempo van de individuele pup, des te beter de resultaten zullen zijn. Laat een pup op eigen initiatief nieuwe prikkels benaderen en respecteer en accepteer het wanneer een pup liever stilstaat of een afwachtende houding aanneemt. Laat een pup informatie opnemen op eigen tempo en moedig alle vormen van gewenst eigen initiatief aan op een rustgevende, vertrouwde manier.


Leer een pup ook om onbekende prikkels in de buitenwereld niet te benaderen. Leer een pup bijvoorbeeld om onbekende mensen en honden in de eerste plaats te negeren, door er zelf ook niet meteen op af te gaan en door te voorkomen dat de pup direct wordt bestormd. Samen veilig naar iets kijken, vanaf een afstandje. Neutraal en ontspannen gedrag ontwikkelt zich minder snel bij intensieve interactie. Dit geldt ook voor binnenkomend bezoek. Als bezoekers direct op de pup af stormen leert de pup hevige interactie te verwachten rondom bezoek en hierbij ontwikkelt de pup niet alleen verwachtingen, maar ook gedrag. Sta hier goed bij stil.


Toont jouw pup gedrag die jij wenselijk vindt in het bijzijn van nieuwe prikkels? Dan zou je kunnen overwegen om de pup hierbij aan te moedigen en misschien wel te belonen. Let hierbij echter wel op dat je de pup niet al te veel afleidt of opwindt en houd in je achterhoofd: hoe meer een pup zelf tot positieve of neutrale conclusies kan komen over de betreffende prikkels, hoe beter het in het geheugen van de hond geworteld zal blijven. Het continue achtervolgen en actief belonen met koekjes/snoepjes kan dergelijke processen ook verstoren, hoewel het soms ook kan bijdragen. Voorkom echter dat je pup alleen nog maar oog heeft voor het scoren van voertjes, want dat kan de pup een hoop kansen voor het ontwikkelen van kalm gedrag ontnemen.


Grijp in, wanneer je ziet dat de pup in een benauwde positie terecht komt. Laat je niet wijsmaken dat een pup gewoon moet wennen of het zelf uit moet zoeken op momenten waarop jij overduidelijk constateert dat de pup een onprettige ervaring beleeft. Zie jij een opeenstapeling van stress-signalen en valt het jou op dat de pup het steeds moeilijker krijgt, zonder dat de pup zichzelf herstelt? Grijp dan in en haal de pup uit de situatie. Geef de moed niet op, maar zoek de volgende keer een situatie op met betere omstandigheden.


Mijd situaties waarin je weinig overzicht en controle hebt over eventuele blootstelling en voorkom een verhoogd risico op slechte ervaringen. Ga niet naar een druk losloopgebied wanneer je nog niet zeker weet of jouw pup dit goed kan verwerken. Selecteer liever eerst een aantal betrouwbare, veilige hondenvrienden waar de pup rustig op eigen tempo kennis mee kan maken, voordat je een volgende stap uitprobeert.


Wanneer je rekening houdt met hondenwelzijn en je rekening houdt met de manier waarop jij de pup blootstelt aan diverse nieuwe prikkels waarbij je met name de belevingswereld van de pup zelf in acht neemt, dan zal de socialisatie zo succesvol mogelijk kunnen verlopen.


Meer lezen over hondenwelzijn? Klik hier.



* Achtergrondinformatie over de socialisatieperiode:

Wanneer men spreekt van een socialisatieperiode bij honden, dan doelt men op een periode die van start gaat wanneer alle sensorische systemen van een hondenpup functioneel zijn (de mogelijkheid om informatie op te nemen over de buitenwereld is optimaal), de snelheid van het leervermogen neemt enorm toe en het zenuwstelsel maakt de laatste ontwikkelingen door. Vanaf dat moment ontwikkelt de pup ook razendsnel nieuwe gedragspatronen.

Gemiddeld start deze periode rond een leeftijd van ongeveer 19 dagen oud (elke hond is een ander individu, dus dit is zeker geen exact getal).

Let op: in deze fase is een pup nog niet goed in staat om zelfstandig emoties te reguleren. Ondersteuning en begeleiding van stabiele volwassenen is hierbij noodzakelijk!


Dit is de periode waarin pups hun eerste, diepgewortelde sociale banden aanmaken. Er wordt vaak extra veel gespeeld en onderzocht (exploratie), waarbij een pup constant via ervaringen leert hoe de wereld in elkaar steekt naar hun eigen beleving. Gemiddeld genomen duurt deze periode tot een leeftijd van ongeveer 12 weken oud, wanneer de leer-capaciteit volledig is ontwikkeld en het leervermogen weer iets in snelheid begint af te nemen.




Referenties:

  • Landsberg, G., Hunthausen, W., Ackerman, L. (2013). Behaviour Problems of the Dog and Cat (3rd edition). Edinburgh Saunders.
  • Wormald, D., Lawrence, A.J., Carter, G., & Fisher, A.D. (2016). Analysis of correlations between early social exposure and reported aggression in the dog. Journal of Veterninary Behavior: Clinical Applications and Research.


Geschreven door Liselot Boersma, welzijnsdeskundige (PgDip CABW) en eigenaar van HondenLot, december 2016. Copy paste/directe overname van teksten of afbeeldingen is zonder schriftelijke toestemming niet toegestaan. Het delen van de URL van deze website pagina is wel toegestaan en wordt op prijs gesteld.








Meer lezen: